Literatuur

Voor liefhebbers en geïnteresseerden in Franz Schubert en zijn oeuvre treft u hier artikelen aan, waarin u achtergrondinformatie kunt vinden over diverse thema’s geschreven door verschillende auteurs.

(auteur onbekend)

Toelichting op de Sonate in a kleine terts ‘Arpeggione’ D821 en het in de titel genoemde, toen nieuw ontwikkelde muziekinstrument, de Toelichting op de Sonate in a kleine terts ‘Arpeggione’ D821 en het in de titel genoemde, toen nieuw ontwikkelde muziekinstrument, de Arpeggione. 

Lees verder

(auteur: Elsa van Maren)

Levensbeschrijving van Otto Erich Deutsch ( 1883-1967) en overzicht van zijn oeuvre. Hij is vooral bekend omdat hij alle werken van Schubert chronologisch heeft gerangschikt – voor zover althans de bronnen en de stand van het wetenschappelijk onderzoek dit toelaten – en van een nummer voorzien: het D-nummer. “Franz Schubert. Thematisches Verzeichnis seiner Werke in chronologischer Folge (1978)” is nog steeds het belangrijkste identificatiemiddel voor Schuberts composities.

Lees verder

(auteur: Frans Schouten)

Het ontstaan van de tekst van deze ballade die als “opmaat” in Goethe’s  Singspiel “Die Fischerin” voor het eerst het licht ziet (1782) en het tot stand komen van het lied door Schubert in 1815. Tevens een toelichting op de verschillende stemtypes waarmee het lied gezongen kan worden en een interpretatie van het verhaal dat in het lied wordt verteld.

Lees verder

(auteur: Elsa van Maren)

Toelichting op de (onvoltooide) opera “Graf von Gleichen” (1828). Het ontstaan, het verhaal en de achtergrond. Daarna een uitgebreid verslag van verschillende pogingen de opera te voltooien. Johann Herbeck 1865, Fritz Racek 1962, Ernst Hilmar 1988, Hans Peter Nowak 1990, Wolfgang Hocke 1996 en Richard Dünser 1997 worden aangehaald en door de auteur becommentarieerd, o.a. aan de hand van de aantekeningen van Bauernfeld die nog met Schubert over zijn opera gesproken heeft.

Lees verder

(auteur: Willem Brons)

Uitleg over verschillende uitgangspunten welke kunnen leiden tot een zinvolle en verantwoorde interpretatie van composities van Schubert. Het gaat om inzicht in de structuur, samenhang van tempowisselingen, het besef van de danselementen, fijnzinnige benadering van begeleidingsfiguren, inzicht in gebruik van accenten, beschikken over virtuositeit met betrekking tot klankbeheersing en na een leven lang studie een blijvende natuurlijke bescheidenheid bij het doorgronden van het genie Schubert.

Lees verder

(auteur: Frans van der Elzen)

Levensbeschrijving van zanger en toneelspeler Johan Nestroy (1801-1862) die met Schubert gelijktijdig op school zat en zijn werk als zanger heeft uitgevoerd. Hij woonde van 1823 tot 1825 in Amsterdam en was een vurig pleitbezorger van Schuberts muziek. Van 1825 tot 1831 woonde hij in Brünn, Preßburg en Graz. Van 1830 tot 1862 in Wenen waar hij theaterdirecteur werd, als zanger actief bleef en daarnaast kans zag ruim 80 toneelstukken te schrijven.

Lees verder

(auteur: Steven Gerber)

Een uitgebreide bespreking van Schuberts Lazarus D 689 waarin onder anderen de volgende onderwerpen aan bod komen: Tijdstip en omstandigheden van het ontstaan in 1820, de geschiedenis van het manuscript, het libretto de personages een toelichting op de compositie en een bespiegeling over het al dan niet onvoltooid laten van het werk.

Lees verder

(auteur: Elsa van Maren)

Levensbeschrijving van dichter en dramaturg Mattheus von Collin (1779-1824). Schubert behoorde tot zijn kennissenkring en tijdens concerten bij hem thuis werden Schuberts liederen regelmatig ten gehore gebracht. Tijdens zijn leven had Von Collin een speciale positie. In onze tijd is hij alleen bekend geworden omdat Schubert vijf van zijn gedichten heeft gebruikt om een lied te componeren.

Lees verder

(auteur: Robert Holl)

Transcriptie van een lezing door Robert Holl over Johann Baptist Mayrhofer, dichter (1787-1836) die innig bevriend was met Franz Schubert. Robert Holl schrijft uitgebreid over het leven van Mayrhofer, gaat diep in op diens werken. De innige band en samenwerking met Franz Schubert inspireerde beide kunstenaars tot het scheppen van hoogstaande kunstwerken. Schubert heeft 47 gedichten van Mayrhofer tot composities verwerkt.

Lees verder

(auteur: Elsa van Maren)

Frans Schubert schreef twee Duitse- en vier Latijnse missen. De laatste twee schreef hij aan het einde van zijn leven. De auteur geeft een toelichting op de plaats van de orkestmis in Schuberts tijd, de tekstbehandeling in de mis en een weergave van de volledige tekst van de vaste gezangen. Daarnaast worden alle missen afzonderlijk besproken.

Lees verder

(auteur: Oscar van Dillen)

De auteur bespreekt het boek: Willst zu meinen Liedern deine Leier drehn? van Wolfgang Hufschmidt. Halverwege de vorige eeuw ontstond de behoefte om de gebruikelijke analysemethode ( harmonie, vorm en melodie) aan te vullen tot een meer omvattende benadering. De “semantiek” maakt het mogelijk om ook inhoud en betekenis bij een analyse wetenschappelijk te benaderen. De auteur laat vervolgens op deze nieuwe manier zijn licht schijnen op Winterreise. Hij bespreekt o.a. de politieke situatie, het beeld dat wij van Schubert hebben, de gebruikte twaalf toonsoorten en een overzicht van de inhoud.

Lees verder

(auteur Geoffroy Pignal)

Schubert heeft met 32 pianowerken voor vier handen meer dan wie ook geschreven voor twee musici die samen muziek willen maken. Twee groepen van drie werken worden door de auteur uitgelicht: De eerste trilogie dateert uit 1824. Schubert verblijft dan bij Graaf Esterházy en bestaat uit: de sonate in C-groot, bijgenaamd “Grand Duo” (D 812), Variaties op een oorspronkelijk thema in As-groot (D 813) en Divertissement à la Hongroise in g-klein (D 818). Vier jaar later componeert Schubert zijn andere grote triptiek bestaande uit de Fantasie in f-klein (D 940), het Allegro “Lebensstürme” in a-klein (D 947) en het Grand Rondeau in A-groot (D 951). Dit zijn tevens de laatste quatre-mains werken die hij afrondde, 5 maanden voor zijn dood in november 1828.

Lees verder

(auteur Elsa van Maren)

De auteur gaat nader in op het begrip “romantiek” en op de manier waarop deze stroming zich in de Duitstalige landen en met name in de Schubertkring manifesteerde. Omtrent 1800 ontstaat de stroming die voor het eerst deze benaming krijgt. Jena is het centrum met Goethe en Schiller, anderen voegen zich daar bij: Friedrich Schleiermacher, de novellen-auteur en Cervantes-vertaler Ludwig Tieck, de dichter Novalis en de gebroeders Schlegel. De rol van de gebroeders Schlegel en Goethe wordt nader toegelicht. De auteur beschrijft de invloed van de romantiek, die pas naar Wenen kwam toen deze in Duitsland al weer was afgelopen. En tevens een toelichting op Schuberts ervaring met Mesmer’s zgn. “heilmagnetisme”.

Lees verder

(auteur Elsa van Maren)

Toelichting op de onvoltooide opera Sacontala ( 1820).  De auteur gaat in op de achtergrond en inhoud van het verhaal dat deel uit maakt van de Mahabharata. De schrijver Kalidasa (5e eeuw ) bewerkt het verhaal tot een toneelstuk en voegt nieuwe elementen toe. In 1789 verschijnt een vertaling. Neumann verwerkt het toneelstuk tot een libretto. De auteur belicht de invloed van deze vertaling op de ontwikkeling van de West-Europese literatuur. In 2001 nam de Deense componist Karl Aage Rasmussen (geb.1947) het op zich om de nagelaten fragmenten tot een uitvoerbaar geheel te verenigen. Van het resultaat werd in 2006 een live opname gemaakt en in 2008 als CD uitgebracht.

Lees verder

(auteur Elsa van Maren)

Beknopte biografie van Antonio Salieri ( 1750-1825). Hij was hofcomponist en hofkapelmeister in Wenen waar hij het grootste deel van zijn leven woonde. Hij componeerde vele opera’s en was de leermeester van vele belangrijke componisten o.a. Schubert, Beethoven en Liszt. De auteur beschrijft de samenwerking van Salieri met Mozart én Schubert. Frans Schubert was koorknaap in de tijd dat Salieri dirigent was en bleef hem daarna zeker tot 1816 les geven.

Lees verder

(auteur Elsa van Maren)

Over Schillers gedichten en de toonzetting ervan door Schubert. Schubert was 8 jaar toen Schiller stierf. Hij kwam vroeg in contact met Schillers gedichten en hij is 14 jaar (1811) als hij voor het eerst een gedicht gebruikt voor een van zijn composities. Drie jaar later heeft hij al 26 gedichten van Schiller op muziek gezet. Later kwamen daar liederen gebaseerd op Goethes poëzie bij. Vele composities worden nader toegelicht. De auteur beschrijft de commentaren van Goethe op Schillers werken en geeft een toelichting op de politieke situatie indertijd die de vrijheid beknotte en zo van invloed was op de inhoud van hun werk.

Lees verder

(auteur Frans van der Elzen)

De auteur beschrijft het leven van Franz von Schober ( 1796-1882). Schober was charmant, extravert en had veel vrienden. Hij was de initiatiefnemer van regelmatige bijeenkomsten met zijn vriendenom boeken te bespreken, gedichten voor te dragen, muziek te maken etc. etc., de zgn. Schubertiades. Schubert leefde met verschillende tussenpozen zo’n zeven jaar bij Schober in huis. Naast zijn hechte vriendschap met Schubert beschrijft de auteur ook zijn vriendschap met Franz Liszt.

Lees verder

(auteur Elsa van Maren)

Het Wenen waarin Schubert leefde kenmerkte zich door burgerlijke bekrompenheid en politieke repressie. De dichtkunst was een van de manieren om zich toch vrij te kunnen uiten. De auteur bespreekt verschillende eigen gedichten van Schubert, gedichten die mogelijk door Schubert zijn geschreven en ingrepen van Schubert in door hem gecomponeerde gedichten van anderen.

Lees verder

(auteur Elsa van Maren)

Wilhelm August Rieder was een vriend van Schubert. Hij was schilder en maakte in 1825 de aquarel met het kenmerkende en ongedwongen portret van Schubert. In 1875 schildert hij en tweede, heel verschillend portret.

Lees verder

(auteur Frans van der Elzen)

Tot 1814 ( verbanning naar Elba) was Napoleon op de achtergrond aanwezig in het leven van Schubert. Enkele gedichten van Theodor Körner die Schubert persoonlijk kenden en die zich middels geschriften afzette tegen Napoleon en op 21 jarige leeftijd omkwam in de gewapende strijd, werden door Schubert op muziek gezet. De zoon van Napoleon, De hertog van Reichstadt (Napoléon François Charles Joseph Bonaparte), werd in Wenen opgevoed. Voor zijn opvoeding en onderricht werd het kind onder de hoede gesteld van twee bekenden van Schubert, graaf Moritz von Dietrichstein (1775-1864) en Matthäus von Collin (1779-1824).

Lees verder

Tijdens de romantiek was er ook de hang naar het exotische, het Oosterse en naar de Europese sagen en heldendichten. In Schotland waren de belangrijkste schrijvers James Macpherson (1736-1796), wiens werk ten grondslag ligt aan Schuberts Ossian-liederen (1815) en Sir Walter Schott (1771-1832) die Schubert inspireerde tot de zgn Scott-liederen (1825). De auteur belicht hun leven en werk en de door Schubert daarop geïnspireerde liederen.

Lees verder

De auteur beschrijft de ontwikkeling van het joodse Wenen van eind 18e eeuw en begin 19e eeuw en belicht de invloed daarop van de liberale Joodse filosoof Moshe Ben Mendel, de grootvader van Felix Mendelssohn. Zij schetst het leven van Salomon Sulzer (1804-1890), van 1826 tot 1881 cantor van de nieuwe grote synagoge van Wenen, en zijn relatie met Frans Schubert. Zij werkte intensief samen bij de tot standkoming van de toonzetting van de eerste tien verzen van de 92ste psalm, Tôw l‟hôdôs ladônoj, voor altererend jongens- en mannenkoor, vocaal kwartet en bariton (D.953).

Lees verder

Frans Schubert heeft regelmatig delen van eigen composities hergebruikt in volgende werken. Aan het begin van zijn loopbaan gebeurt dat vaker dan op latere leeftijd. De auteur beschrijft chronologisch, met toelichtingen, de vele composities waar daarvan sprake is.

Lees verder

Dit artikel is voor een belangrijk deel gebaseerd op het hoofdstuk Die Lieder door Marie-Agnes Dittrich uit Schubert-Handbuch, uitgegeven door Walther Dürr en Andreas Krause (Bärenreiter-Verlag, (1997). De auteur beschrijft hoe het “het lied” tot lang na Schubert een nauwelijks serieus te nemen genre is en gaat in op de kenmerken van het strofische lied en het doorgecomponeerde lied, de werking van de liederen in Schuberts tijd. Tot slot laat de schrijfster ons zien hoe Schubert dramatische effecten verwerkt in zijn muziek en geeft daarvan verschillende voorbeelden en worden enkele kenmerkende eigenschappen van Schuberts liederen beschreven.

Lees verder

De auteur bespreekt de 16 liederen die Schubert tussen 1818 en 1825 schreef op gedichten van August Wilhelm Schlegel. De auteur put daarbij uitvoerig uit de toelichting die Graham Johnson geeft bij de door hem uitgegeven CD no. 27 van de Hyperion-reeks waarop het merendeel van deze liederen door hemzelf als begeleider en gezongen door Matthias Goerne en Christine Schäfer worden uitgevoerd.

Lees verder

(auteur Frans van der Elzen)

De auteur beschrijft de achtergronden bij de slag om de Lueg-pas bij Golling (1809) waarbij Schubert ( toen 12 jaar oud) zich zeer betrokken voelde zonder daarbij partij te kiezen. Op het convict zat o.a.  Johann Chrysostomus Senn (1795 – 1857), zoon van een vrijheidsstrijder.

 

Senn kende ook Franz von Schober en maakte deel uit van de vriendengroep rond Schubert. Hij was zeer begaafd maar ook koppig  en eigenzinnig. Dit leidde tot zijn verbanning en maatschappelijke uitsluiting. Franz Schubert heeft enkele gedichten van Senn op muziek gezet (Selige Welt (D 743) en Schwanengesang (D 744)).

Lees verder

(auteur Elsa van Maren)

De auteur beschrijft Franz Schuberts symfonie in D-groot D708A en haar voltooiing door Gunter Elsholz.

Schubert heeft vele onvoltooide werken nagelaten, veelal schetsen die, aldus de auteur, in zijn streven naar vernieuwing al weer waren achterhaald nadat deze waren opgeschreven. Elsholz heeft na veel studie en gedegen inleving in Schuberts benadering ( “Schubert wil het nieuw en anders, echter niet op intuitief-onbewuste wijze, maar als resultaat van een denkproces…”).

 

Met groot inlevingsvermogen heeft Elsholz getracht, dit denkproces na te volgen in het voltooien van o.a. Symfonie D708A.

Lees verder

Recente literatuur: 

‘Ziekte en dood van Franz Schubert, bron van misverstand’. Auteur: W.J. Feikema, gepubliceerd in De Nieuwe Muze, 1-2022.
Lees meer〉

Liedteksten

Er zijn zingbare Nederlandse vertalingen van de liedteksten van Winterreise, Die Schöne Müllerin en Schwanengesang door Frederik Menning beschikbaar. Deze zijn op te vragen via zijn website:
Klik hier 〉