Robert Holl over Franz Schubert

An Franz Schubert “Wat ik voelde, heb jij bezongen.“ (J.Mayrhofer)

Schuberts liederen en meerstemmige werken voor zang waren evenals zijn instrumentale kamermuziek, voor het gemeenschappelijke musiceren in de vriendenkring gedacht:

Voor diegene voor wie het oor niet het doel van de klanken is, maar de drempel waarover zij binnendringen, om op het hart hun wonderbaarlijke werking teweeg te kunnen brengen“, zoals Schuberts vriend Josef von Spaun het uitdrukte.

Deze vriendenkring, die voor Schubert een soort haven was, waarin hij zich thuis voelde en die hem inspiratie gaf, bestond uit dichters, zoals Mayrhofer en Schober, schilders, zoals Kupelwieser en Schwind en musici; dus beoefenaars van de 3 romantische kunstvormen: de muziek, de schilderkunst en de poëzie. Muziek als expressie van het geheimzinnige rijk aan gene zijde van de realiteit; de taal van het goddelijke, religieuze, de toegang tot het transcendente innerlijke.

 

De poëzie, de literatuur had vanaf het begin een grote invloed op Schuberts leven – hij zette de gehele Duitse literatuur van zijn tijd in klanken om – viervijfde van zijn komposities bestond uit muziek mét tekst en die teksten hadden ook invloed op zijn instrumentale werken. Kijk bijvoorbeeld naar de ‘Wanderer-Fantasie’, het Forellenkwintet, het kwartet ‘Der Tod und das Mädchen’, het octet, enzovoort.

 

De verschillende dichtende vrienden hadden grote invloed op Schuberts tekstkeuze. Mayrhofer, die een groot bewonderaar van Goethes dichtkunst was, bracht Schubert er waarschijnlijk toe Goethes lyrische gedichten op muziek te zetten.

Mayrhofer schreef 46 liedteksten en 2 libretti voor Schubert en daarmee was hij een van de belangrijkste dichter-vrienden voor de componist. Vriendschap inspireerde hen beiderzijds. Mayrhofer schreef: “Du bist mir an das Herz gedrungen, was ich gefühlt, hast Du gesungen.“

 

Indien men terecht verbaasd is over de hoeveelheid melodieën, die Schubert geschreven heeft, wordt die verbazing nog groter wanneer men beseft met welke scherpzinnigheid, zekerheid en het geluk deze componist tot het wezen van de teksten en het karakter van de verschillende dichters doordrong. Hoe verschillend en karakteristiek zijn Goethe, Schiller, Müller, Rückert, Schlegel, Scott; Schulze en andere op muziek gezet! Sommige gedichten worden pas door Schuberts muziek verduidelijkt, zoals liederen uit Wilhelm Meister (Goethe), liederen als: Memnon, Schwager Kronos, Ganymed en Auf dem See, schrijft Mayrhofer in zijn herinneringen aan Franz Schubert, 1829.”

 

In Schuberts liedkunst komt de universele geest van de Duitse romantiek tot uitdrukking, samen met de hoogste esthetica van het Goethe-tijdperk- deze schoonheidsleer was de esthetica van het humanisme. In haar leefde de religie van de liefde tot de mens, de kern van alle religies. Daarom betekent Schuberts liedkunst het hoogtepunt van het Duitse kunstlied, omdat in deze kunst de geest van de Goethe-tijd zich het intensiefst manifesteert.

 

‘Schubertiade’ betekent ‘samen musiceren’ en door dit gemeenschappelijk musiceren, wordt het hart vrij en een gevoel van welbehagen ‘Heiterkeit’ ontstaat in ons, want alles wordt harmonie. Mayrhofer schreef: “Harmonisch müssen alle Kräfte streben, und nach dem Rechten, hier beginnt das Leben.“

Door het in harmonie samen musiceren worden vriendschap, menslievendheid en humaniteit bevorderd en daarom zijn de liederen van Schubert pedagogisch uiterst belangrijk voor jonge mensen, want hun persoonlijke ontwikkeling wordt door Schuberts kunst liefdevol in harmonische banen geleid.

Zo is het werken met jonge mensen voor mij, als liedleraar van eminente betekenis, een levensopgave, en hier kan een belangrijke taak voor de Schubert Stichting liggen: in organisatie en het doorgeven van informatie.

 

De laatste jaren van Schuberts leven werden bepaald door het streven naar de ontwikkeling van de grote muzikale vormen, die Schubert dan ook grandioos kon concretiseren in de grote pianosonates, het strijkkwintet en de C-groot symfonie, in de grote mis in Es en in de omvangrijke liederencycli ‘Die Winterreise’ en ‘Schwanengesang’. Het door Grillparzer geschreven grafschrift voor Schubert is absurd: “Die Tonkunst begrub hier einen reichen Besitz und noch viel schönere Hoffnungen“.

Niemand wist namelijk iets van de hoeveelheid en de rijkdom van Schuberts werken!

In 1872 verscheen er bijv. een uitgave van 40 nieuwe onbekende liederen bij J.P. Gotthard te Wenen. Johannes Brahms schreef daarop: “Het is alsof Schubert nog ergens in Wenen leeft en verder componeert, wij kunnen het aantal nieuwe werken niet bijbenen“. Schuberts oeuvre verscheen pas compleet in 1895 en het grootste deel ervan werd pas in de loop van de 20ste eeuw in het openbaar uitgevoerd, o.a. bij Schubertiades in de 80er en 90er jaren, in Hohenems, Wenen en Rotterdam.

 

Robert Holl, najaar 2021